Tevreden ouders of een veilige omgeving voor het kind?
Geplaatst op 18-11-2024
Professionals binnen de jeugdhulp maken bijna dagelijks morele afwegingen. Moeten ze een vermoeden van kindermishandeling al melden bij Veilig Thuis? Of kunnen ze het nog zelf oplossen?
“We staan in ons werk voortdurend voor dilemma’s”, zegt Anouk de Jong. Anouk is gedragsdeskundige bij Allerzorg. Ze begeleidt haar collega’s inhoudelijk bij het werk dat ze dagelijks doen bij de gezinnen thuis. Daarnaast is ze aandachtsfunctionaris Huiselijk geweld en kindermishandeling. “Ik kijk bijvoorbeeld mee als er bij de gezinnen waar mijn collega’s werkzaam zijn, sprake is van een onveilige situatie voor een kind. Dan doorlopen we volgens de meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling verschillende stappen. Eerst brengen we signalen in kaart, dan overleggen we eventueel met Veilig Thuis– dat is hét advies- en meldpunt voor Huiselijk geweld en kindermishandeling – en dan gaan we in gesprek met de betrokkenen. Meestal zijn dat de ouders.”
Melden of niet?
Vooral bij deze stap – het overleg met ouders – lopen Anouk en haar team soms tegen dilemma’s aan. Anouk: “Stel dat uit een inventarisatie blijkt dat er inderdaad een onveilige situatie is voor een kind, wat doen we dan? Maken we hier melding van bij Veilig Thuis, waardoor er allerlei balletjes gaan rollen en onze werkrelatie met de ouders onder druk komt te staan? Of kunnen wij de ouders zelf begeleiden om de problemen op te lossen?”
Emotionele veiligheid
Het dilemma zit hem er vooral in dat ouders vaak schrikken en soms zelfs boos worden als het team van Anouk meent een melding te moeten maken bij Veilig Thuis. Anouk: “Ouders zijn dan bijvoorbeeld bang dat hun kind uit huis wordt geplaatst. Of ze zijn boos omdat ze vinden dat er niets aan de hand is en dat wij ons er vooral niet mee moeten bemoeien.”
Het gaat in dit soort gevallen overigens niet alleen over fysieke mishandeling van kinderen. Anouk: “Het gaat er ook om of ouders emotionele veiligheid kunnen bieden aan hun kind, of ze emotioneel beschikbaar zijn en kunnen denken vanuit het perspectief van hun kind. Ook op die vlakken kan het misgaan.”
Reactie inschatten
Vaak snappen ouders wel waar de bezorgdheid van het team van Anouk vandaan komt. Anouk: “Maar soms ook niet. En toch maken we dan melding van kindermishandeling als we dat nodig vinden. Daar lichten we de ouders dan over in. We maken daarom eerst altijd een inschatting van de mogelijke reactie van de ouders. Is de veiligheid van de medewerker die de boodschap overbrengt bijvoorbeeld in het geding? Als we dat vermoeden, besluiten we vaak het gesprek niet bij de ouders thuis maar bij ons op kantoor plaats te laten vinden of bij een sociaal wijkteam op kantoor.”
Boosdoener
Ook besluit Anouk soms om zelf de ‘boodschapper van het slechte nieuws te zijn’. “Dat doe ik omdat ik iets verder af sta van zo’n gezin. Daarmee hou ik mijn teamlid in de luwte. Hij of zij kan dan steun bieden aan de ouders, en ik ben als het ware de boosdoener.”
Belangrijk bij het aangaan van dit soort dilemma’s is om zoveel mogelijk begrip op te brengen voor de ouders. Anouk: “We laten bijvoorbeeld weten dat we snappen dat ze hun best doen maar dat het soms nog niet helemaal lukt. Samen kijken we dan hoe we dit kunnen oplossen.”
Twee weten meer
Soms overlegt Anouk met Veilig Thuis voordat zij en haar team een beslissing nemen. Anouk: “Dan leg ik de case alvast anoniem aan hen voor en vraag ik wat Veilig Thuis in zo’n geval adviseert. Bij het oplossen van een dilemma is het fijn dat een objectieve buitenstaander nog even meekijkt. Twee weten tenslotte meer dan één.”
Tekst: Irene Schoemakers